top of page

FAST  FASHION 

Wat houdt ‘fast-fashion’ in? De mode-industrie heeft zich in de afgelopen decennia snel ontwikkeld. Door de globalisering werd het mogelijk om kleding in andere landen te laten produceren. Grote merken waren in staat steeds sneller en goedkoper kleding te produceren. De prijs, maar ook de kwaliteit, van kleding is daardoor sterk gedaald. Door de lage prijzen kan er door de consument veel gekocht worden en kunnen de trends snel opgevolgd worden. In een fast-fashionketens hangt elke week wel een nieuwe collectie in de winkel. Kleren hebben hierdoor nauwelijks waarde meer en dit zorgt er voor dat wij het sneller weggooien. Ieder jaar kopen wij meer, terwijl wij hier tegelijkertijd minder geld aan uit geven.

Wat zijn de gevolgen hiervan? De fast-fashion industrie heeft ernstige gevolgen voor zowel de natuur als de mensen die in deze sector werken. Deze gevolgen beginnen al bij het telen van katoen. Het verbouwen van katoen neemt veel ruimte in beslag: het totale oppervlakte beplant met katoen is bijna tien keer zo groot als Nederland, dit is 2,5% van alle beschikbare landbouwgrond. Ook kost het erg veel water, voor één kilo is ongeveer 10.000 liter water nodig.

Bovendien worden er veel pesticiden gebruikt, dit zijn bestrijdingsmiddelen voor bijvoorbeeld insecten. Bijna één derde van alle pesticiden worden gebruikt bij het verbouwen van katoen. Dit is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook voor de gezondheid van de boeren. In landen als India, waar niet al te zorgvuldig wordt omgegaan met deze stoffen, zijn de gevolgen hiervan het beste te zien. Er komt veel kanker voor in deze regio’s, mensen hebben daar weinig geld om zich te laten behandelen en zullen daardoor vroegtijdig overlijden. Ook zijn er veel geboorteafwijkingen als gevolg van de chemicaliën, kinderen worden geboren met zowel mentale als lichamelijke beperkingen. Ook hiervoor is geen geld beschikbaar, de ouders wachten op de dood van hun kind.

Een ander type katoen is genetisch gemodificeerd katoen, hier is aan geknutsel zodat er geen pesticiden nodig zijn, al blijkt dit niet altijd zo te zijn. Het is nog onduidelijk wat de gevolgen van genetische modificatie zijn voor de lokale biodiversiteit. Het zaad hiervan is in handen van het bedrijf Monsanto, zij bepalen dus ook de prijs van GM-katoen. Doordat er zoveel aan geknutseld is, is de plant niet in staat zichzelf voort te planten, het moet dus elk jaar opnieuw aangeschaft worden. Dit kost de boeren veel geld, daar komt bij dat er vaak alsnog pesticiden nodig zijn omdat de insecten immuun geworden zijn. De Indische boeren komen hierdoor in een negatieve spiraal terecht die vaak leidt tot depressiviteit. Veel boeren zien zelfmoord zelfs als de enige uitweg en drinken een fles pesticiden leeg. In de afgelopen zestien jaar hebben meer dan 250 duizend boeren zelfmoord gepleegd in India. Dat is één boer elke 30 minuten. Nooit eerder, voor zover dat geregistreerd is, zijn er zoveel zelfmoorden gepleegd.

Naast katoen, wordt het grootste deel van onze kleding gemaakt van polyester, een vorm van plastic. Er wordt hierbij minder water verbruikt maar er zijn ook nadelen aan polyester. Het kost namelijk veel energie om te produceren waardoor er veel koolstofdioxide uitgestoten wordt. Ook is de grondstof hiervan aardolie, wat aan het opraken is. Een ander probleem zijn de plasticvezels die vrij komen in de was. Eén shirtje gemaakt van polyester kan meer dan 1900 plasticvezels afgeven die vervolgens, via het afval water, in de zee terecht komen. Dit draagt bij aan de plastic soep, de opeenhoping van microplastics in zee.

 

Vervolgens moeten de stoffen ook nog geverfd worden. Om de verf goed te laten hechten wordt er gebruik gemaakt van de stof formaldehyde. Dit is een zeer giftige stof en mag in Europa dan ook maar in kleine hoeveelheden gebruikt worden. In armere landen, waar de kleding wordt geproduceerd, worden regels hiervoor, als die er al zijn, minder strikt nageleefd. Daardoor komt een groot deel van deze stoffen terecht in het water en is er sprake van gezondheidsklachten onder de werknemers in de sector. Per kilo stof kost het ook nog zo’n 150 liter water om het te verven.

Tot slot moet de kleding nog in elkaar gezet worden, dit gebeurd in zogenaamde sweatshops. Dit zijn fabrieken in lagelonenlanden, waar weinig regels zijn. Dit zorgt ervoor dat er snel en goedkoop geproduceerd kan worden. Arbeiders werken vaak negentig uur per week, ook zijn ze verplicht over te werken als dit nodig is. Daardoor zien zij hun familie vaak maar één of twee keer per jaar. Het is niet uitzonderlijk dat ze in fabrieken geslagen of lastig gevallen worden. Zelfs 60% van alle vrouwelijke arbeiders in Bangladesh heeft aangegeven seksueel lastig gevallen te zijn tijdens hun werk.

De lonen liggen erg laag omdat de kleding wordt geproduceerd in landen met een zwakke of zelfs corrupte overheid. Het minimum loon is hier laag, om zo voor werkgelegenheid te zorgen. Grote merken zijn namelijk opzoek naar landen met een zo laag mogelijk minimum loon. Dit zorgt er echter wel voor dat de lonen niet representatief zijn voor het geld dat er nodig is voor alle basisbehoeften.

Er wordt wel eens gezegd dat de mode-industrie de op één na vervuilendste industrie ter wereld is, na de olie-industrie. Wij hebben nog geen harde cijfers gevonden die dat bevestigen maar het zou ons niet verbazen, gezien de enorme impact die de fast-fashion industrie op deze planeet heeft.

Meer weten? Download ons volledige profielwerkstuk, hierin kunt u ook alle bronnen vinden die wij gebruikt hebben.

"Ieder jaar kopen we meer terwijl we hier tegelijkertijd minder geld aan uitgeven"
 
 
"Voor één kilo katoen is ongeveer 10.000 liter water nodig"
"Eén derde van alle pesticiden worden gebruikt bij het verbouwen van katoen"
"Elke 30 minuten pleegt een Indische katoenboer zelfmoord"
"2,5% van alle beschikbare landbouwgrond wordt gebruikt voor katoen"
"Een polyester shirt kan in de was meer dan 1900 plasticvezels afstaan"
"Arbeiders in fabrieken werken vaak wel 90 uur per week"
"60% van alle vrouwelijke arbeiders in Bangladesh heeft aangegeven seksueel lastig gevallen te zijn tijdens werk"
"Het minimumloon is niet representatief voor het geld dat nodig is voor de basisbehoeften"
bottom of page