Interview: Blue Loop Originals
Wij hebben Marijke geïnterviewd, zij werkt bij het duurzame merk Blue Loop Originals waar oude spijkerbroeken gerecycled worden.
Wat vindt u van de Fast-Fashion Industrie? ‘Ik vind de Fast-Fashion industrie op dit moment niet iets goeds’. Ze vertelt ons dat door de jaren heen de fashion industrie zo gegroeid is en je het niet zomaar terug kunt draaien. Met de ‘trend’ heel snel kleding produceren voor weinig geld is ze het niet eens.
Merkt u dat duurzaam geproduceerde kleding populairder wordt? ‘De groep die heel erg met duurzaamheid bezig is, is nog erg klein. Negen van de tien consumenten kijkt als eerste wat ze van de kleding vinden, of ze het mooi of lelijk vinden. Daarna gaan ze kijken hoeveel het kost en pas op het laatst of het duurzaam geproduceerd is, dit is het moment dat de verkoper kan inspringen. Het verhaal van de winkel is erg belangrijk om de duurzame kleding daadwerkelijk te verkopen.’
Hoe ziet u de toekomst van de fashion industrie voor u? Ze denkt dat het de goede kant op gaat. Ze vergelijkt het dan ook met de omslag in eten, opeens wilde iedereen superfoods en vegetarisch gaan eten. Ze hoopt en denkt dat dit ook met kleding gaat gebeuren alleen dat de tijd die hiervoor nodig is, veel langer is. Helaas…
Hoe wordt bepaald wat er wel of niet gemaakt kan worden van de spijkerbroek? Wij zagen namelijk op jullie site dat jullie met name t-shirts en vesten verkopen, wat is hier de reden achter?
‘In principe kunnen we met onze garen bijna alles maken. Wij zijn een vrij klein bedrijf dus we kunnen niet een sokkenlijn én een kledinglijn beginnen.’ Ze vertelde ons dat je als bedrijf moet kiezen waar je de focus oplegt, niet alles is haalbaar. Ze vinden het als bedrijf ook erg leuk om projecten te doen, wat natuurlijk super leuk is maar waar erg veel tijd in gaat zitten. Er is gewoon geen tijd om alles te doen.
Waarom gebruiken jullie alleen maar spijkerbroeken? ‘Het grootste deel van de spijkerbroek is gemaakt van katoen, en als je allerlei verschillende soorten spijkerbroeken in een machine stopt en deze uit elkaar laat trekken, dan houd je voornamelijk katoen over.’ Als ze dit ook met truien zouden doen, zouden ze geen idee hebben van wat de compositie is. Elke trui bevat namelijk andere grondstoffen en als je deze bij elkaar stopt dan heb je geen idee waar je eigenlijk meewerkt. ‘Je kunt er wel garen van maken en vervolgens weer een trui, alleen heb je dan geen idee wat er mee zal gaan gebeuren als je deze bijvoorbeeld in de wasmachine stopt.’ Ze vertelt ons dat spijkerbroeken en dus katoen gewoon een hele goede basis vormen voor een sterke en betrouwbare garen. ‘Nederland is natuurlijk ook een spijkerbroekenland en dit maakt het alleen maar leuker en mooier om daarmee te werken. We zijn maar een van de weinige bedrijfjes die honderd procent gerecycled in hun DNA hebben.’
Hoe komen jullie aan oude spijkerbroeken? ‘Wij zamelen ze zelf in bij de winkels.’ Elke winkel die van hun klant is heeft een grote wasmand staan waar mensen hun oude spijkerbroeken in kunnen doen. Zij werken daarnaast samen met een vervezelfabriek. Deze fabriek krijgt weer oude broeken van bijv. het Leger des Heils.